maandag 11 mei 2015

Vertrouwen

Zoek je bewijzen voor wantrouwen, dan zul je ze vinden. In de ‘afkeurende’ blikken van anderen, in de onrechtvaardige berichten van het nieuws, in de harde houding van politici, in de belachelijk makende roddelrubrieken, in het gedrag van pestende pubers of geloofsfanaten, in de onvriendelijkheid van cynische buren. Er zijn bewijzen voor wantrouwen. Je krijgt gelijk, als je er bevestiging voor zoekt.

Angst en depressie zijn het eindpunt van een wantrouwend brein. Angst als wantrouwen ten opzichte van je eigen kracht; niet durven geloven dat je de spanning van bepaalde situaties of uitdagingen kunt doorstaan. Depressie als wantrouwen tegenover de mate waarin je het leven kunt beïnvloeden; niet durven hopen dat het in de toekomst beter kan gaan.

Je kunt niet alles weten en dan pas gaan vertrouwen. Vertrouwen is het antwoord, ook wanneer je nog niets zeker weet. Het zoeken naar zekerheid, het moeten weten in plaats van vertrouwen, blijft een angstig houvast zoeken in een onveilige wereld.

Om te kunnen groeien en jezelf te ontwikkelen is het noodzakelijk risico's te durven nemen. Toch iets doen, zonder vooraf te weten hoe het af zal lopen. De eerste belangrijke stap zetten, dat is vertrouwen.

Je weet niet zeker of je zult worden uitgelachen als je een spreekbeurt gaat houden. Als je het wel zeker zou weten ga je natuurlijk nooit meer spreken in het openbaar. Je weet niet zeker of je bedrijf zal mislukken. Of je een partner zult vinden. Of je.. (vul zelf in).

Vertrouwen geeft je de kracht risico's te nemen. Het leven zelf is één groot risico. Een angstig of depressief brein gaat (delen van) het leven niet meer aan. Daarom is het van zo groot belang om in beweging te komen en te blijven, om richting je doelen te gaan. Juist ook nadat een doel niet gehaald is of wanneer er iets niet goed is gegaan.

Het vlottrekken van een depressief of angstig brein begint met kleine (denk)stappen. Zoals leren afstand te nemen van je eigen angstige en depressieve redeneringen.

Ons brein weet niets zeker, we voorspellen. Meestal denken we zwart/wit, in schijnzekerheden. We vergelijken de positieve en sterke kanten van anderen met onze eigen kwetsbare kanten. We redeneren op basis van hoe iets voelt, vaak niet op basis van de feiten. We zijn geneigd gevaren te overschatten en onze vaardigheden te onderschatten.

Blijf je brein uitdagen realistischer en optimistischer te redeneren. Durf micro-experimenten uit te voeren, waarmee je stapsgewijs richting je doelen kunt gaan. Om het brein te laten zien dat het wél kan. Om vertrouwen te bouwen, in je eigen toekomst en kracht.

Je weet niets zeker, daarom is er vertrouwen. Als je In beweging komt maak je ruimte voor je ontwikkeling en kwaliteiten. En blijf vooral zoeken naar bevestiging van vertrouwen, niet in de fouten, niet in het negatieve, maar in je vooruitgang en successen. Vertrouwen is te leren.